zaterdag 26 oktober 2013

Luister je?

Wisdom is the reward you get for a lifetime of listening when you'd have preferred to talk. (Doug Larson)

In een goed begeleidingsgesprek (bijvoorbeeld met een afstudeerder) moet vooral de student de ruimte krijgen om te vertellen hoe 't gaat, gevoelens te uiten, problemen te signaleren en zelf met mogelijke oplossingen te komen. In zo'n gesprek is de student dus idealiter meer aan 't woord dan de docent; de docent luistert veel en zorgt ervoor dat de student aan het woord blijft.

Voor docenten is goed luisteren vaak erg lastig: luisteren vereist de vaardigheid om stil te kunnen zijn terwijl docenten als expert in hun vakgebied graag en veel praten over hun onderzoek. En als leermeester hebben ze de natuurlijke neiging om in de uitleg-stand te gaan: je bent per slot van rekening niet voor niks een leermeester.

Hoe kan je goed luisteren? Als beginnend docententrainer leerde ik 15 jaar geleden dat je als docent goed luistert als je volledige aandacht bij de student is en bij wat ie je wil duidelijk maken. Je bent voornamelijk stil, maar geeft wel signalen af waarmee je laat zien dat je luistert. Dat wordt ook wel 'actief luisteren' genoemd: kijk de student aan, knik, 'hum, draai je naar 'm toe, spiegel, parafraseer en vat samen.

Stephen Covey gaat nog een stapje verder. Voor hem is empathisch luisteren de hoogste vorm van luisteren. In zijn eigen woorden: The key to empathic listening is to genuinely seek the welfare of the individual to whom you are listening. De meeste mensen passen deze vorm van luisteren niet toe volgens Covey: ze luisteren met het doel om te antwoorden en daarbij hebben ze de neiging om te snel te evalueren, te onderzoeken, te adviseren of te interpreteren.

Om mensen te helpen empathisch naar elkaar te luisteren, adviseert Covey om de talking stick in te voeren die ook door een aantal stammen van oorspronkelijke bewoners van Canada wordt gebruikt. Tijdens gesprekken wordt de stok doorgegeven en degene die de stok heeft, mag net zo lang aan 't woord blijven tot hij het gevoel heeft begrepen te worden. De anderen mogen alleen luisteren.

Hier legt Covey het zelf uit: Video Stephen Covey, the talking stick.

De moeite waard om ook 's in het onderwijs uit te proberen!

woensdag 23 oktober 2013

Ongemakkelijke stilte

Tijdens een workshop Teambuilding werd een collega deelnemer nogal plotsklaps door de trainer geconfronteerd met de vraag om een persoonlijke casus in te brengen. En of ze die ook meteen even wilde naspelen in een rollenspel met de aanwezige trainingsactrice... In zo'n situatie zeg je niet snel 'nee' dus m'n collega deed goed mee. Maar ongemakkelijk was 't wel. En dat voelden de andere deelnemers ook.

Voor de trainer werd dat duidelijk toen hij ons na het eerste rollenspel vroeg wie er nog meer een casus wilde inbrengen. Het bleef pijnlijk stil... En het werd alleen maar pijnlijker toen er ook na de tweede en derde keer vragen geen reactie kwam. En wat het hele proces nog 's versterkte: in z'n volhardendheid om ons toch maar te betrekken, bleef ie zijn argumenten herhalen waarom het toch wel erg nuttig was om aan het rollenspel mee te doen.

Wat was hier aan de hand? Doordat de eerste deelnemer zo voor het blok was gezet, was de sfeer voor de andere deelnemers niet veilig genoeg om spontaan mee te doen. En door vervolgens vragen en argumenten te blijven herhalen, kregen we niet eens de tijd om te overwegen om ons aan te melden.

Hoe had de trainer deze situatie kunnen voorkomen? Door ons eerder de gelegenheid te geven individueel en in alle stilte na te laten denken over mogelijk in te brengen situaties. En ons vervolgens de open vraag te stellen: Wie wil zijn/haar casus aan ons voorleggen en daarna naspelen? En tenslotte deze vraag te laten volgen door een stilte die lang genoeg is om deelnemers een weloverwogen beslissing te laten nemen om zichzelf naar voren te schuiven. Met deze aanpak is de kans op een ongemakkelijke situatie een stuk kleiner.

In dit soort situaties denken onervaren trainers vaak dat de groep niet mee wil werken. Maar meestal is het dus de trainer zelf die zijn eigen ruiten ingooit.

zondag 14 april 2013

Niemand?


"Weet iemand hier een antwoord op? Niemand? Ok, dan zal ik 't even uitleggen."

Op deze manier proberen docenten met eigen vragen studenten meer bij het college te betrekken. Meestal komt er geen reactie en gaat de docent (te snel) in op zijn eigen vraag. Dat is jammer, want een docent kan door het wat anders aan te pakken, studenten prima aanzetten tot het beantwoorden van een vraag. De crux zit 'm in de broodnodige stilte na de eerste vraag. Waarom is een stilte daar zo belangrijk? Nou, er gebeurt nogal wat in het hoofd van studenten als de docent een vraag stelt: allereerst moeten studenten de vraag begrijpen (en vragen zijn nu eenmaal niet altijd direct duidelijk), vervolgens moeten ze nadenken over mogelijke antwoorden (misschien zijn 't er wel meer dan 1 en moet het beste antwoord ook nog worden gekozen), dan moeten ze hun antwoord op een duidelijke manier formuleren, vervolgens nog besluiten om het antwoord (en plein publiek) te willen geven (want alle collega-studenten luisteren mee!) en tenslotte nog de daadwerkelijke stap zetten om de hand op te steken. Kortom: dat kost nogal wat tijd! En die tijd krijgen studenten meestal niet, ook al omdat de door docenten gevoelde duur van de stilte, veel langer is dan de daadwerkelijke stilte en ze er (en dat is een redelijk universele eigenschap) een beetje bang voor zijn.

Ook bij vragen van studenten speelt stilte een belangrijke rol: nadat de docent de vraag heeft herhaald of geparafraseerd voor de andere studenten triggert hij niet alleen het hierboven beschreven denkproces bij studenten,  maar wordt er  ook bij hem zelf een cognitief proces opgestart: ook de docent moet de vraag verwerken en begrijpen, hij moet besluiten hoe hij op de vraag gaat reageren (zelf beantwoorden, doorspelen aan de andere studenten of niet beantwoorden want misschien is de vraag wel te gedetailleerd of juist te breed of te moeilijk of niet relevant),  hij moet een reactie fomuleren (een antwoord op de vraag, een doorspeelreactie of een reden waarom hij de vraag nu niet zal beantwoorden).

Op sommige van z'n vragen wil een docent helemaal geen antwoord: dat zijn de zogenaamde rethorische vragen. Van vragen die beginnen met bijvoorbeeld: 'zou 't misschien zo kunnen zijn dat....?' of 'hoe pakken we dat nu aan?' weten studenten dat ze ze niet daadwerkelijk in de collegezaal hoeven te beantwoorden. Toch is ook na dit soort vragen een stilte van de docent op z'n plaats: de vragende vorm triggert de aandacht van studenten en als vanzelf gaan ze nadenken over het antwoord op de vraag. Omdat dat tijd kost en het lastig is om over het antwoord op een vraag na te denken als direct daarna de uitleg gewoon doorgaat, is een stilte nodig.
Met een stilte na een rethorische vraag benadruk je bovendien het belang van de vraag en vestig je de aandacht op wat volgt: de stilte markeert het begin van een spanningsboog waarbinnen studenten nieuwsgierig worden naar het antwoord.

Kortom: zijn er vragen van studenten of stel je zelf vragen? Weest je bewust van de kracht van stilte na het stellen van de vraag: studenten zullen meer en actiever betrokken zijn bij je college en je krijgt de aandacht die je verdient!